België telt op dit moment zo’n 170.000 dementie patiënten. Vooral ouderen worden getroffen door deze aandoening. Vanwege de vergrijzing, is de verwachting zelfs dat dit aantal verdubbeld is in 2070. Wereldwijd komt er elke 4 seconden een dementiepatiënt bij. Dit maakt dementie volksziekte nummer één. Hoe kun je omgaan met dementie en wat is dementie precies? Je leest er alles over in dit artikel.
Verschillende soorten dementie
Dementie is de overkoepelende naam voor alle aandoeningen waarbij sprake is van een stoornis aan de cognitieve functies. Hierbij moet je denken aan verstoringen in het geheugen, taalgebruik, leervermogen en het uitvoeren van dagelijkse handelingen bijvoorbeeld. De ziekte is bijna altijd chronisch en is progressief. Er zijn wel 50 verschillende soorten dementie, waarvan we hier de 4 belangrijkste benoemen:
- Alzheimer: Ongeveer 50 % tot 75 % van alle dementerenden heeft Alzheimer. Hierbij sterven de zenuwcellen in de hersenen geleidelijk af. Dit uit zich vooral in geheugenproblemen, waarbij de ernst geleidelijk toeneemt.
- Vasculaire dementie: Ontstaat door een slechte doorbloeding na bijvoorbeeld een hartstilstand of beroerte. Het denken, praten en handelingen uitvoeren gaat steeds langzamer.
- FTD: Bij fronto-temporale dementie ontstaat er eerst een verandering in het gedrag, in bewegen en taalgebruik. Pas later volgt ook geheugenverlies.
- DLBD: In het geval van diffuse lewy body disease, komen concentratie- en geheugenproblemen voor, maar ook bewegingsproblemen. Deze ziekte houdt het midden tussen Parkinson en Alzheimer.
Dementie wordt in fasen verdeeld, omdat de ziekte steeds in ernst toeneemt. In de vroege fase zijn de veranderingen vrij algemeen en kunnen de veranderingen ook gewoon bij ouderdomskwaaltjes of stress horen. Daarom wordt dementie tijdens de eerste fase vaak niet direct opgemerkt. In de middenfase kan de patiënt al veel dagelijkse handelingen niet meer vanzelfsprekend uitvoeren en heeft hulp nodig. De diagnose dementie wordt gesteld. Tijdens de late fase is zelfstandig wonen zeer moeilijk vanwege de grote aantasting van de hersenen. In deze fase verhuizen veel mensen naar een zorginstelling.
Hoe omgaan met dementie?
Het is schrijnend iemand te zien veranderen. Niet alleen voor de omgeving, maar ook voor de patiënt zelf is het vreselijk bewust te zijn van de achteruitgang. Leren omgaan met dementie binnen de familie, of omgaan met dementie als verzorgende, is niet makkelijk. Voor het omgaan met dementie geven we enkele belangrijke tips:
- Hier en nu: Het recente verleden is niet meer terug te halen voor een dementerende. Praat in gesprekken dan ook over het “hier en nu”, of over zaken waar de persoon vroeger zelf in geïnteresseerd was.
- Korte zinnen: Gebruik korte zinnen en vermijd “waarom” vragen. Probeer zoveel mogelijk “ja/nee” vragen te stellen en laat dingen zien als voorbeeld; bijvoorbeeld een koffiepot.
- Volwassen: Behandel de patiënt als volwassene en ga niet praten alsof je tegen een klein kind spreekt.
Meer tips over hoe je kunt omgaan met mensen met beginnende dementie, vind je op de website van het regionaal expertisecentrum dementie. Ook de thuisverpleegkundige kan je leren omgaan met mensen met dementie in je omgeving. Je komt in contact met de dichtstbijzijnde thuisverpleging organisatie via de listings op deze website.